dinsdag 31 augustus 2010

Hond

Ik heb nog nooit een hond gehad.
Ik heb er altijd een gewild, maar nooit gemogen.
Ik wilde wel, maar mijn ouders niet.
Ik wilde wel, maar het ging niet samen met mijn studie.
Ik wilde wel, maar mijn vriendje niet.
Ik wilde wel, maar het ging niet samen met mijn werk.
En ondertussen.
Wil ik nog steeds.
Een hond.

Ik heb een hond.
Ik heb haar altijd al gehad, mijn hele leven.
Ze is er niet altijd, soms even wel, dan weer een hele tijd niet.
Wanneer het me uitkomt duikt ze op.
Wandelt ze mee.
Keurig naast me, zonder te trekken.
De laatste tijd is ze er heel vaak.
Ze heet Tina.
Een wolk van een dier.
Ze is mijn droomhond.

donderdag 26 augustus 2010

Creatief met boontjes

Mijn mama's creativiteit na het doppen van de boontjes...
Prachtig hè?


dinsdag 24 augustus 2010

Maan


























Hij hoeft maar een klein zetje te geven om hem in beweging te brengen
Dan rolt hij zo die duin af
En stuitert hij over het strand
Met een plons, even kopje onder
En dan snel weer boven
Dan drijft hij de zee in, verder en verder
Tot hij niets meer is dan een lichtpuntje aan de horizon
Dobberend op weg naar de andere kant van de wereld
Waar een meisje staat te wachten
En als hij aanspoelt en die duin daar oprolt
Geeft ze hem weer een zetje terug

Splitsing

Ik loop, vlieg, ren, struikel, kruip, wandel over mijn paadje.
De laatste tijd was de weg behoorlijk steil, met scherpe steentjes die pijn zijn gaan doen aan mijn voeten.
Er is iemand met me mee komen wandelen en klauteren en dat heeft geholpen.
Dan vergeet je die scherpe steentjes een beetje en heb je meer zin om door te gaan.
Nu zijn we aangekomen bij een splitsing, bovenaan de helling.
We kunnen twee kanten op, zie ik.
Ik zie ook ongeveer welke richting ze in gaan.
De weg die we volgen loopt terug omlaag.
De stenen zijn groter en scherper, het wordt er donkerder.
Na een tiental meters is het te mistig om te kunnen zien hoe de weg verder loopt.
En dan is er die afslag.
Het is een recht pad, vooruit.
Niet omhoog, niet omlaag, gewoon recht vooruit.
De zon schijnt er, de bloemen bloeien er en de ondergrond is rustig voor mijn voeten.
We besluiten allebei dat we deze alfslag willen nemen.
Natuurlijk kies je daarvoor.

Maar er staat een bordje bij: "Geen Toegang Zonder Permissie"
We moeten het eerst vragen.
En wachten op antwoord.
Op toestemming.

En daar staan we nu, wachtend op die splitsing.
Hopend dat we de juiste weg mogen gaan volgen.


vrijdag 20 augustus 2010

Koe

Ik zou wel een koe willen.
Gewoon, in de tuin.
Met een eigen stalletje natuurlijk, en af en toe mag ze even bij me binnenkomen.
Omdat we dat allebei heel gezellig vinden.
Ik heb dan van die openslaande tuindeuren.
En als ze zin heeft in gezelschap komt ze even om het hoekje gluren.
Dan nodig ik haar uit en krijgt ze iets lekkers van me.
Uit dankbaarheid komt ze dan even met haar grote kop tegen me aan staan.
Dan kroel ik haar achter haar oren, dat vindt ze fijn.

Elke ochtend en avond zal ik haar melken.
In haar stalletje, met een prettig muziekje aan.
In de loop van de middag zullen we altijd even een wandelingetje maken samen.
Dan sjokken we door het park of het winkelcentrum en vertel ik haar over mijn dag.
Soms trakteer ik haar op een verse maiskolf.
Als ik zelf bijvoorbeeld een ijsje neem, of een koffie-om-mee-te-nemen.
En als de avond valt kom ik even bij haar zitten in haar stal.
Dan lees ik haar wat voor uit een mooi boek.
We knuffelen elkaar en wensen elkaar een fijne nacht.

Heel soms mag ik bij haar logeren, in het stro, tegen haar grote, warme lijf.
Dan vertelt ze me haar diepste geheimen.
En ik haar de mijne.
In het pikkedonker, met z'n tweetjes.

Ze heet Stella, dat vind ik een leuke naam.


Ik zou wel een mensenvriendin willen.
Dan zou ik in gewoon in haar tuin wonen.
Mijn eigen stalletje natuurlijk, en af en toe mag ik even bij haar binnenkomen.
Omdat we dat allebei heel gezellig vinden.
Ze heeft dan van die openslaande tuindeuren.
Als ik zin heb in gezelschap kom ik even om het hoekje gluren.
Dan nodigt ze me uit en krijg ik iets lekkers van haar.
Uit dankbaarheid zal ik haar liefkozen, met mijn kop tegen het hare.
Dan kroelt ze achter mijn oren, dat vind ik fijn.

Elke ochtend en avond zal ze me melken.
In mijn stalletje, met een prettig muziekje aan.
In de loop van de middag zullen we altijd even een wandelingetje maken samen.
Dan sjokken we door het park of het winkelcentrum en vertelt ze mij over haar dag.
Soms trakteert ze me op een verse maiskolf.
Als ze zelf  bijvoorbeeld een ijsje neemt, of een koffie-om-mee-te-nemen.
En als de avond valt komt ze even bij me zitten in mijn stal.
Dan leest ze me wat voor uit een mooi boek.
We knuffelen elkaar en wensen elkaar een fijne nacht.

Heel soms komt ze bij me logeren, in het stro, met haar warme lijf  tegen me aan.
Dan vertel ik haar mijn diepste geheimen.
En zij mij die van haar.
In het pikkedonker, met z'n tweetjes.

Ze heet Sophie, dat vind ik een leuke naam





woensdag 18 augustus 2010

Stel je voor...

...dat dit echt zou gebeuren.
Ik bedoel, stel je ECHT eens voor...
Zou je dan bang zijn?
Of zou het allemaal zo onwerkelijk zijn dat je er niet eens aan toe komt om bang te zijn?

Soms kijk ik naar de lucht en de wolken en dan stel ik me voor dat ik daar iets gigantisch zie verschijnen.
Zoals in "War of the Worlds" of  "Independance Day", iets niet-te-bevatten groots dat de halve hemel bedekt, zich voortbeweegt en gewoon alles wat hij tegenkomt begint te vernielen en verslinden.
Ik probeer dan ook te voelen hoe ik me op dat moment zou voelen, als dat zou gebeuren.
Als ik me dat maar sterk genoeg inbeeld dan zie ik het bijna echt. Daar boven in die lucht.
Een reusachtige spin die over de huizenblokken stapt en grote happen uit de daken neemt.
En dan voel ik het een beetje.
Hoe ik me dan zou voelen.
Een beetje kriebelig, denk ik.
Niet in paniek, maar wel heel nerveus.
Nerveus, kriebelig.
Zoals je je voelde als je als kind betrapt werd bij belletje trekken en van schrik in je broek dreigde te plassen-kriebelig.

Ik heb nog niet bedacht wat ik dan vervolgens zou gaan doen.
Nu ik daar zo over nadenk merk ik dat ik daar nog niet uit ben.
Zou ik wegrennen? Mijn dochters zouden me niet bij kunnen houden...
Verstoppen dan? Ik zou in een kelder willen kruipen, maar die heb ik niet.
Mijn lot ondergaan? Omdat ik niet zou willen overleven in een wereld die totaal verwoest is en waarin ik alles en iedereen kwijt ben geraakt?

Weet je wat, we zien wel.
Als het ooit zover is zal ik er nog eens over nadenken.
Wie weet verzin ik wel iets heel heldhaftigs...























Shaun Tan - "Story of the Giants"

zondag 15 augustus 2010

Met de ziel onder de poot

Lowieke is gekomen.
Lowieke weigert te vertrekken.
De aandacht van de kindjes doet hem goed, samen rennen ze de hele dag door het veld.
Die twee meiden...en Lowieke erachteraan.

Hij zeurt, loopt de hele tijd mee naar de keuken.
Staat daar dan te draaikonten en te mmmrrrrrraowen.
Hij heeft scherpe scherpe nagels.
Hij krabt aan het tapijt.
Hij sneakt de trap op naar boven.
Hij wil steeds naar binnen, maar dan weer naar buiten.
Eenmaal buiten wil hij weer naar binnen.

Hij houdt de meisjes bezig, maar leidt ze ook af.
Is Lowieke buiten, dan willen ze naar buiten.
Wil Lowieke naar binnen, dan willen ze naar binnen.
Wil Lowieke weer naar buiten...
Als we zitten te eten willen ze weten waar Lowieke is.
Of hij ook iets mag eten.
Als ze naar bed moeten willen ze weten waar Lowieke is.
Of hij ook verhaaltje mag luisteren.
Of ze hem even welterusten mogen zeggen.
Lowieke dit.
Lowieke dat.

En nu liggen de meisjes in bed.
En Lowieke is er nog steeds.
Strijkt langs mijn been en valt in slaap onder de tafel.
Ik kan hem natuurlijk gewoon de deur uit zetten.
Maar het regent buiten...
En eigenlijk vind ik hem best gezellig.
Dat sympathieke rotbeest...


Gentse bewustmakerij



woensdag 11 augustus 2010

Lovely Blog Award (and my winner is...)

Een paar weken geleden kreeg ik de "One Lovely Blog Award" aangeboden door *EYE-SNACKS*.
Vereerd heb ik hem aangenomen met de belofte hem door te geven aan Bloggers die mij aanspreken.
Ik geloof dat je er eigenlijk zo'n 15 moet "awarden", maar persoonlijk vind ik dat veel te veel.
Niet alleen omdat ik nog niet zoveel bloggers ken, maar vooral omdat het in mijn ogen zo'n award, wat een teken van waardering en bewondering is, minder waardevol en uniek maakt als hij teveel in omloop is.

Ik ga dus niet strooien met awards, maar heb er een gekozen die me aanspreekt en waarvan ik vind dat ze een teken van bewondering verdient.

Het blog van Lotte Egtberts kwam ik toevallig tegen toen ik op zoek was naar een afbeelding van een schilderij van Kees van Dongen.
Ik stapte binnen in de wereld van iemand met een liefde voor kunst, literatuur, muziek, geschiedenis en al die andere zaken, klein en groot, die de wereld kleur geven.
Dat ik veel overeenkomsten zag in onze interesses vond ik leuk.
Toen ik las hoe jong ze is was ik onder de indruk.
Deze dame staat op een manier in het leven die voor haar leeftijd nog helemaal niet vanzelfsprekend is. Die uberhaubt niet vanzelfsprekend is denk ik zelfs, aangezien de wereld stikt van de mensen die vergeten zijn hoe ze om zich heen moeten kijken naar de dingen die binnen handbereik liggen en waar je van kan genieten. Mensen die altijd bezig zijn te streven naar een doel, een toekomst die hen gelukkig denkt te maken en daardoor vergeten dat het echte geluk dichter bij ligt dan gedacht...

Anyway, op ahum ahum vond ik een oude ziel in een jong lichaam.
En iemand die liefheeft.
Ik kan het denk ik niet beter omschrijven dan dat.
Punt.

Dus Lotte, je bent mooi bezig.
Ik hoop dat je mijn One Lovely Blog Award wil accepteren en het leuk vindt om hem op jouw beurt door te geven aan iemand die jou weer boeit.

Tadaa, alsjeblieft:


Madame Tournesol


Ze stond daar al weken, gestaag te groeien in mijn tuin.
In mijn tuin leeft meer onkruid dan kruid, en ik twijfelde in eerste instantie of ik haar moest laten staan.
Maar ze deed zo haar best, ze wilde zo graag...ik heb haar laten staan omdat ik besefte dat een zonnebloem in spé mijn border had betreden.
Waarschijnlijk ontstaan uit een verloren zaadje uit de vogelbollen van de winter.

De bloem liet lang op zich wachten.
Ze werd hoger en hoger.
Maar telkens als ik dacht "daar komt ze...", dan bleken het toch nog steeds enkel groene bladeren te zijn die uit haar kruin ontsproten.

Totdat ik terug kwam van mijn avontuur Parijs en ze daar ineens was.
Madame Tournesol, in eigen persoon.
Ik was blij om haar eindelijk eens te zien en begroette haar vriendelijk.
Geen reactie, maar dat verbaasde mij natuurlijk niet.
Statig stond ze daar te turen, gezicht gericht naar het oosten, als ik me niet vergis.

Als ik me niet vergis.

Vanmorgen realiseerde ik me dat ik me vergist had.
Ik keek naar buiten en zag haar staan.
Turend naar rechts, het oosten?
Ik dacht altijd dat zonnebloemen meedraaiden met de zon.
Maar Madame Tournesol niet.
Haar zonnegezicht staat steevast gericht naar rechts.
Naar het oosten, dacht ik.
En vanmorgen viel mijn kwartje.

Madame Tournesol tuurt niet naar de zon.
Ze gluurt en tuurt, over de schutting.
Naar de tuin van de buren.
De tuin van de buren, is een ongelooflijk netjes onderhouden tuin.
Met veel bloemen in allerei kleuren,
Beeldjes op de juiste plaatsen.
Gras dat op alle plaatsen exact dezelfde kleur en lengte heeft.
Perfect gewoon.
Om jaloers op te zijn...? Afgunstig?
Als het aan Madame Tournesol ligt wel.

Ze negeert mij al vanaf het moment dat ze er was.
Doet niets anders dan turen naar de buren.
De tuin van de buren.
Want ze weet dat ze niet in mijn tuin thuishoort.
Ze is geboren in de verkeerde tuin.
Daar had ze moeten staan, hiernaast!
En ze ergert zich, en ze schaamt zich.
Een dame van haar stand, in een achterstandstuin als deze...
Hoe heeft dit kunnen gebeuren?

Ik zie haar denken, "Ik hoor hier niet! Ik hoor daar!"
En dat ik daar nu eenmaal niets aan kan veranderen, dat ze het nu moet stellen met mij, twee onbezonnen kinderen en een tuin vol plebs, in plaats van twee zorgzame, keurige bejaarden met alle tijd en groene vingers waar je U tegen zegt...

Wat moet dat frustrerend zijn, als je gedwongen bent je leven door te brengen op een plaats waar je voelt dat je eigenlijk niet thuishoort.
Ik kan daar best wel inkomen...
Om het goed te maken zal ik haar zaden opvangen, en stiekem over de schutting gooien volgend voorjaar.

zondag 8 augustus 2010

Foei, Edvard Munch!

Edvard Munch tekende een huilende vrouw.
We zagen haar hangen in Parijs.
En allebei tegelijk zagen we het gezichtje.
Zie je hem?
Het lachende gezichtje?
Is dat de bedoeling geweest?
Werden er in die tijd al lachebekjes getekend?
Staat hij daar om haar op te vrolijken misschien?
Of is het niet de bedoeling dat zij het ziet, alleen wij?
In dat geval zou ik het niet erg aardig vinden van hem.
Het zou bijna zijn alsof hij de vrouw uitlacht.
Alsof hij achter haar rug om, achter haar tranen om, de draak met haar probeert te steken.
Met ons zit te grappen, om haar.
Dat vind ik best zielig voor die vrouw.
Volgens mij heeft hij haar ook nog eens expres aan het huilen gemaakt.
Iets heel kwetsend tegen haar gezegd, waarop ze in tranen is uitgebarsten.
Zodat hij dat mooi kan natekenen.
"Heel goed, meisje, dat verdriet! Hou dat vast, hou dat vast! Moooiiii..."

Een beetje misbruik maken van haar kwetsbaarheid hè!
En daar dan nog grappig om gaan lopen doen ook!
Schaamt u zich niet, meneer Munch...


Mijn Parijs

Van 's morgens vroeg tot midden in de nacht de bruggen over en straten door op de fiets (wat zo gaaf was dat ik er even van moest gillen)
Zoeken naar de MAOZ (want die hebben ze één in Parijs) en het euforische gevoel bij aankomst bij deze Goddelijke Falafelkoning
De vingerafdrukken van Rodin in een proefmodel waaraan iedereen voorbij loopt
Het lachende gezichtje dat Munch stiekem verwerkt in de achtergond van een tekening (of is het toch toeval?)
Echte, bewegende, filmbeelden van Monet, schilderend in zijn tuin
De zoektocht naar een Belgische krant (want het voetbal gaat voor mijn lief gewoon door)
Koffie die duurder is dan hij smaakt
Toiletten die viezer zijn dan de koffie
Eten en drinken aan een tafeltje in een deuropening, wat hou ik toch van tafeltjes in deuropeningen!!
Malle oude dames, je ziet ze overal waggelen, strompelen, in zichzelf mompelen, de anonimiteit van de stad maakt ze eenzaam en krom en een beetje gestoord
Metro's die ruiken naar veel-teveel-mensen-bij-mekaar
Een dakloze man in het park, deelt zijn brood met de duiven op zijn schoot
Een meisje dat ligt te slapen voor de ingang van Lafayette
Mijn meisjes, die in gedachten overal bij me zijn
Een goochelaar die midden in de nacht zijn kunsten vertoont
Een warme steen in mijn hand in mijn jaszak
Een prachtige steen in een ring van mijn lief
In slaap vallen met mijn hoofd op zijn schoot (een vrouw maakt een foto van ons)
Het proeven van de allereerste Eclair in mijn leven
Jaloers zijn op kleuters die beter Frans spreken dan ik
Prachtige Deense stoeltjes
Proberen te slapen in een hotelkamer zó gehorig dat het lijkt alsof er de hele nacht vrachtwagens en Amerikaanse toeristen langs je bed banjeren
Er geen enkele ochtend in slagen om op tijd te zijn voor het hotel-ontbijt
Ontbijten in de buurt van het hotel waar de eigenaar je al na een dag herkent en je in je favoriete deuropening plaatst
Vanuit mijn ooghoek een kameel denken te zien lopen aan de overkant van de straat
De onvoorstelbare hoeveelheid homofiele koppels in de wijk Le Marais
De onvoorstelbare hoeveelheid Sushi-restaurants overal (soms wel 3 in een straat)
Een hele nacht niet kunnen slapen omdat ik de hele tijd sushi voor me zie (moet je ook niet 2x in een week eten)
In een Indiaas restaurant de hele avond glimlachend aangekeken worden door een masker dat sprekend lijkt op Boy George
Pistache-ijs van Amorino (bijna alsof je in Italië bent)
Pain au Chocolat
Slenteren door het park
Rennen door de regen
Zingen in de zon
En natuurlijk de liefde, al de liefde...

Dat was mijn Parijs deze zomer


zondag 1 augustus 2010

Kleine Kick

Als je een paar schoenen in de winkel ziet
En die zo mooi vindt
En twijfelt of je ze moet kopen
Want ze zijn een beetje duur

Als je ze dan draagt
En ermee door de winkel loopt
En ziet dat er op de hiel iets stuk is
En dat dan als een teken ziet om het niet te doen
Als je ze dan laat staan en doorgaat

Als je dan op de laatste dag van de uitverkoop nog eens gaat kijken
In de veronderstelling dat ze weg zullen zijn
En dat ze er dan nog staan
In jouw maat
En de hiel is niet meer stuk
En ze zijn 50% afgeprijsd


Dodemansrit door Amsterdam

Wandelend door Amsterdam met mijn lief.
Aan het eind van de middag besluiten we een hotel te zoeken om te overnachten.
Slenterend door de binnenstad vergapen wij ons aan al die prachtige pandjes...

Op de Lijnbaansgracht staan we een beetje te drentelen voor een mooie woning die opgeknapt wordt.
Er zitten drie mannen bij die woning.
De eigenaar, zittend op het trapje met twee vrienden en hun blikjes bier.
Hij biedt zijn huis te koop aan voor het bescheiden bedrag van €825.000...
Wij bedanken vriendelijk, waarop de prijs zakt naar € 775.000, maar dan wordt het souterrain niet meer verbouwd.

Mijn lief vraagt of een van hen misschien een goede plaats weet om te overnachten.
Vriend 1 antwoordt, op zijn aangeschoten Amsterdams:
"Nauw je ken wel bij maai losjere hoor! Is gaaain problaaaim, gebeurt so faak...heb mometeejl ook 'n paar Libaneesje in huis..."
"Uhm, OK...en wat kost dat dan?"
"Faaiftig euro."
"Hm..."
We kijken elkaar vertwijfeld aan.
De mannen bakkeleien wat heen en weer van heb jij dan wel plek op dit moment en ja dat klopt haai doet dat faker hoor en tis hier flakbij en we kenne wel effe gaan kaaike asje wil en je ben niks ferplicht en hij is OK hoor alleen een beetje dronke en me auto staat om de hoek.

Ik vind het erg vermakelijk allemaal.
We gaan mee, wandelen de gracht af en komen aan bij een super kei gave witte jaren '70 Rover met zwart leren bekleding en het stuur aan de verkeerde kant.
We stappen in.
Ik heb opgelet, de eigenaar rijdt en hij is niet aangeschoten...in ieder geval niet merkbaar.
En Vriend 1 gaat mee, met zijn blikje.

De rit begint.
We scheuren, en dan overdrijf ik niet, SCHEUREN door de smalle straatjes van de grachtengordel.
En omdat al die straatjes éénrichting zijn, is het nogal een puzzel om daar doorheen te komen.
Ik kan het niet bijhouden, het ene straatje in, andere straatje uit, drEMpeltje, bruggetje over, paaltje omzeilen, steegje om de route af te snijden, maar ondertussen heb ik het idee dat we niet erg ver komen.

Bij het instappen had ik de eigenaar al gecomplimenteerd met zijn super kei gave witte jaren '70 Rover met zwart leren bekleding en het stuur aan de verkeerde kant.
Hij was er ook erg blij mee.
En terwijl hij scheurt en Vriend 1 met zijn blikje allerlei routes voorstelt, kletst hij over zijn auto.
En terwijl hij scheurt en kletst knijp ik mijn lief in zijn hand.
En ik denk alleen maar dat het toch zonde zou zijn dat hij elk moment die super kei gave witte jaren '70 Rover met zwart leren bekleding en het stuur aan de verkeerde kant in de prak kan gaan rijden.
Want bij elke straathoek denk ik "NU gaat het gebeuren BENG..."
Dat had ik niet erg gevonden, want we rijden nu ook weer niet zo hard dat je er zelf echt gewond aan zou raken denk ik...maar het zou zo zonde zijn van die auto...

We komen heelhuids aan, op de Spuistraat, bij het huis van Vriend 1.
We mogen een stijle trap naar boven, naar de tweede verdieping, want op de eerste liggen die Libanese toeristen. Zo te ruiken hebben ze de coffeeshops al gevonden.
Op de tweede verdieping komen we aan in de slaapkamer van Vriend 1.
Een vuile kamer die niet opgeruimd wordt.
Met een bed dat al lang niet verschoond is.

"We kenne hier een matrasje foor jullie neerlegge...en hier is de badkamer (viesssss) die mag je gewoon gebruike hoor..."
Wat Vriend 1 kennelijk op een idee brengt, want hij verdwijnt direkt zijn badkamer in voor een van de welbekende boodschappen.

Nogmaals bedanken wij vriendelijk.
Vriend 1 geeft geen gehoor meer.
Nadat Eigenaar mij zijn nummer heeft gegeven "foor mocht je later misschien want het wordt hier haailemaal opgeknapt", begeven wij ons via de stijle trappen naar beneden.

We nemen afscheid, zwaaien naar de wegscheurende super kei gave witte jaren '70 Rover met zwart leren bekleding en het stuur aan de verkeerde kant en vervolgen onze zoektocht naar een slaapplaats zonder wietlucht, aangeschoten kamergenoten en ongewassen lakens.

En wij zijn een avontuurtje rijker.

Kunst

Matisse tot Malevich in de Hermitage (Amsterdam).
Prachtige tentoonstelling!

Deze twee dames raakten mij het meest:


De onderste dame heeft me het langst vastgehouden.
Ik mag haar wel, ze heeft zo'n mooie, dromerige blik.
Volgens mij was ze erg lief.
Maar ook wel ondeugend.
Als ik een eeuw eerder geleefd had waren we goeie vriendinnen geweest denk ik.