maandag 28 oktober 2013

Kruimeldief pur sang

Een jaar geleden.
Of nee, langer.
Mijn auto heeft een paar dagen voor het huis van mijn ouders gestaan.
In een keurige wijk, in een rustige straat.
Zo'n straat waar nooit iets gebeurt.

Na drie nachtjes logeren kom ik hem ophalen.
Mijn oude Renaultje 4, slechts 7 jaar jonger dan ik.
Er zit niets meer op of aan dan je daadwerkelijk nodig hebt tijdens het rijden.
Een richtingaanwijzerhendeltje met claxon aan de linkerkant.
Een ruitenwisserhendeltje aan de rechterkant.
Een knopje voor de alarmknipperlichten.
Een knopje voor de achterruitverwarming (die het natuurlijk niet doet).
Een schakelpook in het dashboard.
Een knopje voor warme en koude lucht.
Een choke.
Een radio.
Dat is het zo ongeveer.

(Hé, het portier zit niet helemaal dicht...)

Neuriënd ga ik achter het stuur zitten en bekijk het interieur.
Ik mis iets.
Maar wat...?
Dan valt de ongebruikelijke leegte in het midden onder het dashboard mij op.
Er hangen slechts nog wat draadjes...

Mijn neurie valt stil wanneer tot mij doordringt wat hier gebeurd is.
Iemand is mijn bejaarde Renaultje binnengedrongen.
Meer dan een theelepel zal hij niet nodig gehad hebben.
Deze persoon heeft vervolgens op zijn dooie gemak en met grote zorgvuldigheid een krakerige radio/cd-speler van het B-merk "Marquant" los zitten sleutelen.
Hij heeft het risico genomen om betrapt te worden, maar is nu een autoradio rijker die reeds ten dode was opgeschreven.
Die raak je aan de straatstenen niet kwijt.
Ik kan niet anders dan proesten.
Schaterend zit ik achter het stuurtje van mijn rode vriend.
Mijn Renaultje schudt ervan.

Waarschijnlijk is het dezelfde halve zool die ooit hier in de Achtse Barrier mijn fiets jatte.
Een ouwe oma-fiets met een zadel dat zó los zat, dat ik er niet eens op kon zitten.
Ik verplaatste me staand fietsend, omdat ik te belazerd was om hem vast te draaien.
Puberaal als ik was zette ik hem ook niet op slot toen ik een paar minuten bij de drogist naar binnen ging.
En weg was hij.
Lachen moest ik, toen ik zag dat hij gestolen was.
Net zo hard als nu ongeveer.
Omdat ik voor me zag hoe de dief ervandoor zal zijn gegaan op dat brik van mij.
Nietsvermoedend op dat zadel moet zijn gaan zitten, er half afglijdend, bijna op zijn gezicht gaand.
Maar niet heeft kunnen stoppen, omdat hij natuurlijk wel een fiets aan het jatten was en hier dus als de wieswiedeweerga weg moest zien te komen.
Zo zie ik nu mijn autoradiodief voor me, hoe hij tevergeefs met dat ding van heler naar pandjeshuis zal lopen te zeulen.

We schudden nog even door.
Er valt bij mij werkelijk niets te halen.
Des te grappiger is het wanneer ze dat dan toch proberen.
Ik zie wel dat mijn Snickers er nog ligt.
Die heeft hij dan weer niet gevonden, de sukkelaar.
Dat wordt echt niks met die jongen.