maandag 30 mei 2011

Lift-off van een hartenbreekster

Ze heeft het uitgemaakt.
Haar eerste slachtoffer is gevallen.
Ik weet nu al dat het niet de laatste zal zijn.

Achterop de fiets begon ze er over tegen me.
Dat ze niet meer verliefd was en dat aan hem wilde vertellen.
Ik vroeg haar of ze hem nog wel lief vond.
Ja, heel erg, ze wilde graag nog vrienden blijven.
Ik zei haar dat ze niet moest vergeten dat erbij te zeggen.
Dat ze het nieuws voorzichtig moest brengen.
En dat deed ze.

"Wat ik je nu ga vertellen, zul je niet zo leuk vinden...
Kijk...uhm...ik vind je nog steeds heel lief enzo.
En ik wil nog heel graag vriendjes met je blijven.
Maar ik ben niet meer verliefd op je..."

Het was eruit.
Hij keek naar haar.
Zij keek naar hem.
Hij nam zijn knuffels.
En ze speelden verder.

Ze is zes jaar.
De hartenbreekster is geboren.
Ik hou het mijne vast.

zondag 22 mei 2011

Genadeloos

Ik weet niet wat ik kan verwachten.
Dat het indrukwekkend zal zijn.
Dat moet wel.
Het is Sufjan Stevens.

Maar dat het is zoals het is...
Dat had ik niet durven hopen.
Vanaf de eerste minuut.
Een reusachtig monster van geluid komt op mij af.
Grist mij uit mijn stoel, klemt mij in zijn grote klauwen.
Hij houdt me stevig vast, hoog boven zich.
Klein en nietig zit ik bekneld in zijn muziek.
Ik kan me nauwelijks verroeren.
Af en toe lijkt hij wat beweegruimte te geven.
Met een zacht, intiem en akoestisch moment.
Om me vervolgens weer gevangen te nemen in een tornado van geluiden.
Keer op keer grijpt hij me weer.
Slingert me rond om me vervolgens even los te laten.
Geen tijd om je vrijheid te proeven.
Want zodra ik de grond raak heeft hij me alweer te pakken.
En krijg ik er weer van langs.
Er is geen ontsnappen aan.
Hulpeloos voel ik mij.
Kan mij alleen maar overgeven aan mijn kippenvel.
Mijn ademloosheid.
Mijn verwarring.
Mijn tranen.

De "Wall of Sound" van Sufjan Stevens verplettert me genadeloos.
Om me vervolgens neer te smijten.
Aan mijn leeggezogen lot overgelaten.

Met trillende beentjes in de foyer.
Tussen al zijn andere slachtoffers.
Stuk voor stuk die verwilderde blik in de ogen.
Wij zaten er middenin.
In het oog.
Wij hebben een muzikale orkaan overleefd.




dinsdag 17 mei 2011

Hartzeer

Uit mijn leven
Voor altijd
denk ik
Losgelaten
en er viel een last van mij af

Een tijdperk sloot zich
Een nieuwe opent zich
Mijn pad is vrij
om door te gaan

Nu heb ik alleen nog
af en toe
een beetje pijn
Stille pijn
Diep onder mijn huid

Terwijl ik mij gelukkig maak
met nieuwe plannen
en mogelijkheden
bloedt mijn hart zachtjes
als het herinnerd wordt
aan hoe het had kunnen zijn

Ik mis
Weet niet goed wat
Maar ik mis

Ik rouw
om mijn verloren geloof
om mijn romantiek
die is opgehouden
te bestaan

Ik hoop
dat het leven mij ooit
het tegendeel bewijst















Foto: Banksy

zondag 8 mei 2011

iZen

Wat een zomerse zondag
We schuifelen wat
van park naar park
Overal plukjes mensen
in het gras
aan de waterkant

De hele stad is zwaar
van de hete lucht die overal hangt
als een grote, warme deken
Het maakt ons traag
Alles gebeurt stapvoets vandaag
Niemand heeft haast
Iedereen heeft rust

Ik passeer een man en vrouw
Ze zitten naast elkaar
in een soort Lotus-houding
met de handen op de knieen
Hun zicht op het water
De rug naar mij gekeerd
Zij stralen rust uit
Symboliseren de totale ontspanning
die deze zondag vult

Als ik doorloop
en hun andere zijde zie
blijken hun rechterhanden gevuld
en bezig
Zo druk allebei
met hun iPhone

Toch
jammer


Blaffig

In de bus naar het bos
Met mijn hond aan mijn zijde
Wacht ik tot we vertrekken
Achter mij hoor ik
een vriendelijk "wrrraf wraf!!"
Een koppeltje schuin achter mij
Ergens midden 20
Het meisje verontschuldigt zich lachend
Ze kon er niets aan doen
Het was een impuls
Dat heeft ze wel vaker
als ze een hond ziet
Haar vriendje lacht gecharmeerd
Hij vindt haar nu nóg leuker

Ik moet ervan glimlachen
Ik vind haar ook leuk
Ik denk zelfs
dat ik een heel klein beetje
van haar hou
vandaag



zondag 1 mei 2011

Achter mij in de rij

Nee.
Nee.
Ja, ik ben ook moe.
Maar ik heb gewerkt tot 1 uur.
Jij hebt niet gewerkt tot 1 uur.
Nee.
Jij lag er al om 8 uur in.
Als jij ook tot 1 uur hebt gewerkt, dán mag je op mijn nek.

Fietsdolheid

Rome verkennen met de mountainbike is als het trotseren van een stenen jungle.
Een levensgevaarlijk maar uitdagend avontuur.
De fiets telt niet echt mee in het verkeer, er wordt geen rekening mee gehouden.
De wegen zijn voor de auto's, bussen en scooters.
De stoep is voor de voetgangers.
De fietsers...die moeten zich maar zien te redden.
Sommige stukken stoep zijn gemarkeerd als fietspad, maar die paden duren nooit lang en leiden me van het ene haakse bochtje naar de andere stoeprand.
Onderweg baan ik mij een weg door de ontelbare hoeveelheid gaten en bulten.
De boomwortels nemen de stoepen langzaam maar zeker in hun bezit, steeds meer.

Dus verplaats ik mij, dan weer via de stoep, dan weer over de autobaan.
Wurm ik mij langs schuifelende bejaarden en ronkende motors.
De weg voelt soms even heel prettig aan, glad geasfalteerd.
Een verademing voor mijn achterwerk.
Maar een groot gedeelte van de wegen bestaat uit hobbelige keitjes.
Die keitjes, de gaten, de bulten, de boomwortels, ze zorgen ervoor dat ik mij het grootste gedeelte van mijn rit staand op de trappers verplaats, zonder het zadel te raken.

Ik gebruik geen kaart.
In sommige delen van de stad ken ik een beetje de weg, maar de straten van Rome zijn verraderlijk.
Ze leiden je stiekem een onverwachte richting in en weg ben je.
Geen idee meer waar ik mij bevind.
Heerlijk is dat.
Ik improviseer mij een weg door een kluwen van auto's, toeristen, toeristen, auto's...
En ik zie wel waar ik uitkom.
Want de Tiber, die als een woest kolkende, maar immer betrouwbare rode draad door de stad kronkelt,
wacht geduldig tot ik hem weer opzoek.
De Tiber brengt mij altijd veilig thuis.

Thuis bij mijn gastheer.
Waar het verkeersgeluid door de luiken maar binnen sluimert, maar de stad verder afstand neemt van mij.
Voor rust.
Even slapen.
En vanavond drinken we en eten we al wat zalig is.
En zien we wel weer verder.