zondag 5 augustus 2012

Zeebenen

Mijn evenwichtsorgaan is altijd al een vreselijk watje geweest.
Als kind werd ik steevast misselijk in de auto en nog steeds zit ik niet graag achterin.
Een wilde kermisattractie, daar doe je mijn maag absoluut geen plezier mee.
Het is zelfs zo erg dat ik niet al te lang op een schommelzitje kan blijven zitten, zonder licht onpasselijk te worden.
Zitten hè, zonder te schommelen...ik word er niet goed van.
Erg.

Dus als ik me laat overhalen om een paar dagen mee op een zeilboot te gaan, ben ik toch wel enigzins benauwd om wat komen zal.
Met vijf ervaren zeilers op een kluitje en dan ziek worden...ik zie mezelf al helemaal zitten.
Met mijn witvertrokken kop over de rand van de Pimenta, die prachtige Sardinische wateren volkotsend, mezelf voor mijn kop slaand want dit had ik toch Goddomme kunnen verwachten.
Maar het aanbod is te verleidelijk, het water rond Sardinië behoort volgens mijn Italiaanse gezelschap tot de mooiste zeeën ter wereld.

Misschien komt het doordat ik mezelf alvast in de ergst denkbare situatie heb voorgesteld?
Of omdat mijn bootgenoten mij gerust trachten te stellen met de wetenschap dat ook zij, maar zelfs de meest ervaren en beroemde zeilers ter wereld, nog altijd wel eens zeeziek worden?
Hoe dan ook, wat valt het ontzettend mee.
De eerste middag en nacht varen we nog niet echt, maar liggen we aangemeerd in een helderblauwe baai bij Santa Teresa Gallura.
Wel handig, want door al dat gedobber kan mijn lijf al goed wennen aan het constante bewegen van mijn ondergrond.
De volgende ochtend vertrekken we voor een overtocht naar Corsica.
De reis zal drie à vier uur gaan duren, afhankelijk van de wind.
Die staat behoorlijk stevig die dag, dus we varen gelijk vlot door.
Dat is toch even wat anders dan dobberen, merk ik aan mijn maag, die stilletjes aan begint te klagen.
"I'm gonna lay down for a while, ok..." kreun ik, terwijl ik mijn best doe om mijn evenwicht te bewaren als ik naar binnen klauter.
(Klauter.
Klauter.
Klauter.
Grappig woord eigenlijk.)
Ik ga op bed liggen, de moederlijke armen van Pimenta wiegen mij binnen een mum van tijd naar dromenland.
Als een baby, zo heerlijk slaap ik daar.
Als ik wakker word gemaakt zijn we ruim drie uur verder en ligt Corsica voor mij te lonken in de zon.
Ik voel me zalig.
We vinden een mooie baai met een rustig zandstrandje, waar we het anker uitgooien.
Hier dobberen, zwemmen, snorkelen, slapen, eten, hangen, zonnen, kletsen en lachen we de dag door.
Mijn lijf is blij, ik kan alles hebben.
De volgende ochtend besluit ik nog even een duik te nemen voordat we vertrekken naar Bonifacio.
Ik zwem naar het strandje, waar ik me op een rotsblok nestel om te drogen in de zon, te genieten van al dat moois om mij heen.

En dan begint alles te draaien.
Ik word licht in mijn hoofd en mijn maag kreunt zachtjes.
Hoe absurd.
Ik was hier al voor gewaarschuwd.
Als je een tijdje op een boot zit, went je lichaam aan die constante beweging van je ondergrond.
Zodra je je dan weer even op het vaste land begeeft, is dat weer een aanpassing.
Eentje die dus dezelfde lichamelijke reactie kan geven als andersom.
Landziek noemen ze het.
Ik had er nog nooit van gehoord, maar ik vind het hylarisch.
Om te constateren dat ik hier op dat strand zit en voel dat ik gewoon heel graag zo snel mogelijk weer terug op die boot wil zijn...
Als we in Bonifacio in de haven zitten, merk ik zelfs dat ik langzaan heen en weer zit te wiegen.
Bizar.

Nooit gedacht dat het zo zou gaan met mij, Sophie de zeilleek...
Dat ik van dat bootje zou gaan houden.
Het is dat ik na drie volle dagen tussen vijf kerels toch echt weer even mijn eigen ruimte nodig heb, anders zou ik blijven.
Zo lang als ik kon.

Ik heb mijn zeebenen ontdekt.
En ze dansen!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten