donderdag 9 augustus 2012

Hotel Misérable

De kamer die ik hier in Parijs voor twee nachten krijg toegewezen, overtreft alles.
Ik dacht dat ik in Rome de ultiem waardeloze ruimte had gevonden, maar vergeleken met mijn huidige onderkomen was dat een pareltje.
'Hotel de Marseille' heet het en er staat een ster bij.
God, Joost of wie dan ook mag weten waar ze die ster aan verdiend hebben.
Er is werkelijk, en dan overdrijf ik niet, werkelijk niets in dit hotel te vinden dat niet tot op de draad versleten is.
Oké, het beddengoed is schoon en dat is het belangrijkste wat mij betreft.
Gelukkig kan ik er ook juist wel de humor van inzien, om op dit soort plekken terecht te komen.
Dat moet ook wel, want allemachtig.
De trap, bekleed met iets dat ooit rode vloerbedekking was maar waar de gaten al ruime tijd geleden ingevallen zijn, leidt mij drie verdiepingen omhoog.
De vaalroze muren zijn op veel plekken bijgewerkt met veegjes witte latex.
De deur opent zich stroef, met een ouderwetse loper.
En daar is mijn kamer.
Een hard bed met vergeelde lampjes erboven die nog amper in de muur blijven hangen.
Geen eigen toilet of douche, die bevinden zich op de gang.
Een bidet...dat dan weer wel.
Een wastafel die niet goed doorloopt en een los zittende kraan die nauwelijks reguleert.
Als je erboven hangt kan je soms ruiken dat mijn voorgangers niet allemaal even gemotiveerd zijn geweest om naar de overloop te gaan voor hun kleine behoeften.
Het behang is een vergeelde verzameling ezelsoren.
Het gordijn hangt nog met enkele haakjes aan de los zittende rails.
Als ik het open schuif zie ik een kozijn dat nooit een verse schuur- en schilderbeurt heeft gehad.
De verbladderde omlijsting van een klassiek uitzicht op een blinde muur, zo'n anderhalve meter van mij verwijderd.
Kortom, alles is oud, verkleurd, verwaarloosd en lelijk.
Alles.
Maar ik heb onderdak.

Het is gitzwart, zo donker om mij heen als ik om kwart over twee wakker word van harde stemmen en gebons op de kamerdeur naast mij.
Ik kan het maar half verstaan, maar het komt er geloof ik op neer dat de kamerbewoner voor de zoveelste keer iets heeft gedaan wat niet door de beugel kan.
Dat het nu genoeg is.
En dat hij op moet sodemieteren, morgenochtend vroeg.
Er volgt een ruzie.
Roepen, brullen zelfs.
Gestommel en geschuif met meubels of koffers.
Klaarwakker lig ik in bed, in het pikkedonker.
Ik kan er niets van gaan zeggen, lijkt me onverstandig.
Dan wordt het brullen nog luider en klinkt er gebonk, een flinke val tegen de muur waar ik naast lig.
Er wordt gevochten, ik zie voor me dat ze samen over de grond rollen.
Straks rollen ze nog zo door dat dunne muurtje heen, mijn kamer binnen...
Inmiddels ben ik aardig verstijfd.
Wat moet ik doen.
Moet ik iets doen.
Ik durf niet eens het licht aan.
Niks doen, stilhouden.
Afwachten.
Er wordt weer geschreeuwd.
En nog eens geknokt.
Straks valt er nog een dooie...

En dan heeft mijn andere buurman, die ik eerder op de avond nog luidkeels had horen snurken, er genoeg van.
Hij opent zijn deur en begint te roepen.
Dat dit een hotel is.
Dat hij probeert te slapen!
Dat hij wil dat het ophoudt, anders belt hij de politie.
"Ca suffit, eh! CA SUFFIT!!!!"

Het wordt rustiger aan de andere kant.
Langzaamaan zakt het volume van de mannenstemmen en gaat het over in normaal praten.
En dat vind ik nog het meest vreemde van het hele voorval.
Want hun conversatie gaat nog een tijdje door zo, klinkt als een gewoon, rustig gesprek.
Ik stel me voor dat ze er een potje kaarten en een sigaar bij hebben genomen.
De kamerbewoner wordt er niet meer uitgewerkt, hij mag kennelijk toch blijven.
Terwijl ik me verontwaardigd voorneem om morgen een klacht in te dienen en een ander hotel te zoeken, lukt het me om in slaap te vallen.

Het is spannend om in een stad aan te komen en nog niet te weten waar je die nacht zal slapen.
Je komt op die manier in de meest onverwachte situaties terecht.
Ik stel geen hoge eisen aan mijn hotels, had eigenlijk gewoon als stelregel dat het in elk geval schoon moet zijn.
Nu is daar één puntje bij gekomen.
Veiligheid.
Ik wil me veilig kunnen voelen.



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten