Vanmorgen, toen ik door mijn tuin liep richting schuur, in een fractie van een seconde, dacht ik vanuit mijn ooghoek te zien hoe een kabouter zich verscholen hield bij de glijbaan.
Dat je ooghoeken je kunnen bedriegen, OK.
Maar.
Dat er dan serieus, in die fractie van die seconde, door je hoofd schiet:
"...een kabouter...?"
Dat vind ik dan zo opmerkelijk...
Wat had ik nou verwacht, als ik beter keek.
Dat daar dan een klein stevig kereltje met baard en puntmuts me vriendelijk toewuift?
"Morgen mevrouw Meijntjes, weertje vandaag he?"
Of zich enigzins betrapt voelt en me verschrikt aankijkt?
Om vervolgens half struikelend over zijn eigen laarsjes zich uit de voeten te maken door een van de vele kieren in mijn schutting?
"Oef, oeiii...au...!"
Ritsel ritsel...
Als kind geloof je alles wat je maar wijs gemaakt wordt.
Misschien gaat dat stiekem nooit helemaal weg.
Stiekem willen we allemaal graag gewoon in kabouters geloven.
Ik denk dat ik hem Adje noem.
Adje van Peppelrooij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten