Pianoles is klaar en we wandelen naar huis.
Nu proberen we te vliegen.
Hand in hand, tegen beter weten in.
Een korte aanloop, aftellen en gaan!
De koude, grijze stoep laat ons steeds weer even los.
Maar telkens veel te kort.
Soms lijkt het te lukken.
Voelt het alsof we net iets langer in de lucht blijven hangen.
Wat is het zwaar als je dan weer neerkomt.
Als je voelt hoe je onvliegbare lijf weer op die harde aardbol dreunt.
We kunnen het niet, vliegen.
Hoe graag we ook willen.
Ik denk aan Elliot, hoe hij met E.T. voorin zijn fietsmandje
zó de hemel in crosst.
Voorbij de maan en weer terug.
En ik wens heel even dat ik in een film leef.
Waarin alles kan, wat je ook maar verzint.
En dan lukt het.
Bij de laatste aanloop raken onze voeten los van de tegels.
Stijgen we op tot hoog boven de daken.
Scheren we over Oud-Woensel als een stel woeste kraaien.
Pianoles is niet gebeurd.
Ons huis bestaat niet.
Het enige wat we hebben is het nu.
Nu en de lucht en al die ruimte om ons heen.
Even helemaal weg, van alles en iedereen.
Zo cirkelen we richting ons nest.
Strijken we zachtjes neer.
Om thuis te komen.
Met onze zware, niet vliegende mensenvoeten.
Mijn dochter rent naar haar buurmeisje.
En ik ga koken.
We eten notenrijst vanavond.
Foto: Jan von Holleben
Geen opmerkingen:
Een reactie posten