zaterdag 26 januari 2013

Eeuwige frons

Ze staat voor mij in de rij bij Gate 4.
Klein, donkerbruine huidskleur, lange, zwarte krullen.
Mooi vrouwtje om te zien, op zich.
Fijn gebouwd met mooie, ronde billen.
Zo sta ik haar te observeren, in mij op te nemen.

Niet omdat ik verder niets te doen heb daar in die zoveelste wachtrij naar Rome.
Maar ze fascineert mij enorm.
En dan is er met name één onderdeel van haar dat mij er zwaar toe verleidt om in een staar te vallen.
Dat kinderlijk ongegeneerde aangapen, ik heb de neiging daartoe nogal eens en ik merk dat ik mij in dit geval echt moet inhouden.
Mijn ogen zetten zich steeds weer vast op dat ene punt.
Haar wenkbrauwen.
Tenminste, als je dat wenkbrauwen mag noemen.
Want mijn God.
Ze staat dichtbij, dus ik kan zien dat ze boven haar ogen van nature nauwelijks beschikt over beharing.
Het is dus niet zo dat ze zelf de hele boel heeft weggeplukt, geloof ik.
Nee, ze heeft ze gewoon niet.
Wenkbrauwen.
Ze wilde ze wel heel graag hebben.
Dus is ze zelf aan de slag gegaan.
Met zwarte verf, eyeliner, zoiets, heeft ze twee lange, zwarte strepen getrokken.
Ze glanzen een beetje en ze lopen veel te ver door.
En het ergste is, dat ze ze niet op de oorspronkelijke plek heeft gezet.
Maar zeker anderhalve centimeter erboven, waardoor je de randen van haar oogkassen duidelijk ziet liggen.
Ze is ook niet echt in staat om ze te bewegen.
Haar substituut wenkbrauwen staan in een vorm die haar gezicht in permanente staat van verbazing zet.
Een soort verwarde, Afrikaanse Pierrot.

Ik kan niet stoppen ernaar te kijken.
Hoe.
Kun je zoiets doen.
Hoe kun je jezelf in Godsnaam zo toetakelen, in de spiegel kijken en vervolgens vinden dat het goed is?

"Zo, ik zie eruit."
Jazeker.
Je ziet eruit.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten